Eurythmics dans
Eurythmics dans

Sweet dreams - Eurythmics | LUAM Choreography | GH5 Dance Studio (Mei 2024)

Sweet dreams - Eurythmics | LUAM Choreography | GH5 Dance Studio (Mei 2024)
Anonim

Euritmica, ook gespeld als euritmie, Franse ritmiek, harmonieuze lichaamsbeweging als een vorm van artistieke expressie - met name het Dalcroze-systeem van muziekeducatie waarin lichaamsbewegingen worden gebruikt om muzikale ritmes weer te geven.

Eurythmics werd rond 1905 ontwikkeld door de Zwitserse muzikant Émile Jaques-Dalcroze, een professor in harmonie aan het Conservatorium van Genève, die ervan overtuigd was dat het conventionele systeem voor het opleiden van professionele muzikanten radicaal verkeerd was. Jaques-Dalcroze probeerde de muzikale vaardigheden van zijn studenten te verbeteren, voornamelijk door hun bewustzijn van ritme te vergroten. Zijn methode was gebaseerd op ritmische lichaamsbewegingen, gehoortraining en vocale of instrumentale improvisatie. In zijn systeem van euritmische oefeningen, ontworpen om concentratie en snelle fysieke reactie te ontwikkelen, wordt tijd getoond door bewegingen van de armen en tijdsduur - dat wil zeggen nootwaarden - door bewegingen van de voeten en het lichaam. Een kwartnoot wordt bijvoorbeeld weergegeven door een enkele stap. Voor gevorderde studenten kan het systeem van voorgeschreven bewegingen enigszins variëren. In een typische oefening speelt de leraar een of twee maten, die de student vervolgens uitvoert terwijl de volgende maten worden gespeeld. Zo luistert de student naar een nieuw ritme terwijl hij een reeds gehoord ritme uitvoert, een oefening die concentratie vereist en tegelijkertijd ontwikkelt.

Jaques-Dalcroze paste zijn methode voor het eerst toe op basisschoolkinderen. Vervolgens richtte hij in 1910 een instituut op in Hellerau-Rähnitz (bij Dresden), Duitsland. Het hoofdkwartier en een centrale school werden later opgericht in Genève, en de Hellerau-school werd verplaatst naar Laxenburg, nabij Wenen. Later werden andere instituten voor euritmie opgericht, onder meer in Londen, Parijs, Berlijn, Stockholm en New York City, en de Dalcroze-methode werd op scholen in heel Europa en op het westelijk halfrond toegepast.

De ritmische bewegingen in de euritmie waren voor Jaques-Dalcroze een middel tot muzikale opvoeding, geen doel op zich of een vorm van dans. Desalniettemin wordt zijn systeem beschouwd als een belangrijke invloed op de theatrale dans van de 20e eeuw, met name de Midden-Europese en Amerikaanse moderne dans. Voor vroegmoderne dansers stelde de euritmiek een alternatieve, niet-balletische choreografische techniek voor. Sommige dansers, zoals Ruth St. Denis en Michio Ito, accepteerden en hanteerden euritmische principes in hun werk. Anderen, zoals Mary Wigman en Doris Humphrey, verwierpen choreografie met muzikale invloeden en ontwikkelden in plaats daarvan nieuwe vormen van pure dans. In ballet was Serge Diaghilev een van de eersten die geïnteresseerd raakte in het Dalcroze-systeem, en Vaslav Nijinsky's revolutionaire The Rite of Spring, gechoreografeerd in 1913 voor het gezelschap van Diaghilev, toonde een sterke euritmische invloed. Via zulke leerlingen van Jaques-Dalcroze als Marie Rambert, Hanya Holm en de mimespeler Étienne Decroux, heeft de euritmie ook het hedendaagse ballet en de dans van het theater beïnvloed.