Soliloquy drama
Soliloquy drama

Dramatic Aside, Monologue and Soliloquy in Film (Mei 2024)

Dramatic Aside, Monologue and Soliloquy in Film (Mei 2024)
Anonim

Monoloog, passage in een drama waarin een personage zijn gedachten of gevoelens hardop uitspreekt terwijl hij alleen op het podium staat of terwijl de andere acteurs zwijgen. Dit apparaat was lange tijd een geaccepteerde dramatische conventie, vooral in het theater van de 16e, 17e en 18e eeuw. Lange, hoogdravende monolquieën waren populair in de wraaktragedies van Elizabethaanse tijden, zoals Thomas Kyd's Spanish Tragedy, en in de werken van Christopher Marlowe, waarbij ze de uitstorting van de gedachten van één personage in de plaats stelden voor normaal dramatisch schrijven. William Shakespeare gebruikte het apparaat kunstzinniger, als een ware indicator van de geest van zijn personages, zoals in de beroemde 'To be or not to be' monoloog in Hamlet. Onder de Franse toneelschrijvers maakte Pierre Corneille gebruik van de lyrische kwaliteit van de vorm, die vaak monoloog produceerde die eigenlijk odes of cantates zijn, terwijl Jean Racine, net als Shakespeare, de monoloog meer gebruikte voor een dramatisch effect. De monoloog viel in ongenade na veel overdrijving en overmatig gebruik in de toneelstukken van de Engelse restauratie (1660–1685), maar het blijft nuttig om het innerlijke leven van personages te onthullen.

Quiz

Spelen rond: feit of fictie?

De belangrijkste toneelstukken van Kabuki werden in de jaren zestig in Japan geschreven.

Met de opkomst van een meer naturalistisch drama eind 19e eeuw, raakte de monoloog in vergelijkende onbruik, hoewel het verscheen in TS Eliot's Murder in the Cathedral (1935) en Robert Bolt's A Man for All Seasons (1960; film 1966), onder andere toneelstukken. Andere toneelschrijvers uit de 20e eeuw experimenteerden met verschillende alternatieven voor de vaste toespraak van de monoloog. Eugene O'Neill in The Great God Brown (uitgevoerd in 1926) liet de personages maskers dragen toen ze zichzelf aan de wereld presenteerden, maar ze waren maskerloos bij het uitdrukken van wat ze echt voelden of dachten in monoloog. In O'Neill's Strange Interlude (1928) spraken de personages een dubbele dialoog - één voor elkaar, de waarheid verborgen en één voor het publiek, onthullend.