Anthony Blunt Britse kunsthistoricus en spion
Anthony Blunt Britse kunsthistoricus en spion
Anonim

Anthony Blunt, voluit Anthony Frederick Blunt, ook wel (1956–79) Sir Anthony Blunt genoemd (geboren 26 september 1907, Bournemouth, Hampshire, Eng. - stierf 26 maart 1983, Londen), Britse kunsthistoricus die laat in zijn het leven bleek een Sovjet-spion te zijn geweest.

Quiz

Engelse mannen van onderscheid: feit of fictie?

Henry VIII had 10 vrouwen.

Terwijl een fellow van het Trinity College in Cambridge in de jaren dertig lid werd van Blunt, werd hij lid van een kring van ontevreden jonge mannen onder leiding van Guy Burgess, onder wiens invloed hij al snel betrokken was bij spionage namens de Sovjet-Unie. Zijn openbare carrière was geweldig. Vanaf 1937 publiceerde hij tal van wetenschappelijke artikelen en boeken waarmee hij de kunstgeschiedenis grotendeels in Groot-Brittannië vestigde. Hij was een autoriteit op het gebied van 17e-eeuwse schilderkunst, met name die van Nicolas Poussin. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij in MI-5, een militaire inlichtingendienst, en kon hij geheime informatie verstrekken aan de Sovjets en, belangrijker nog, medeagenten waarschuwen voor contraspionage-operaties die hen in gevaar zouden kunnen brengen.

In 1945 werd Blunt benoemd tot landmeter van de beelden van de koning (later de koningin) en in 1947 werd hij directeur van het Courtauld Institute, een van 's werelds toonaangevende centra voor opleiding en onderzoek in de kunstgeschiedenis. Zijn belangrijkste publicaties in de daaropvolgende jaren waren onder meer Kunst en Architectuur in Frankrijk 1500–1700 (1953) en Nicolas Poussin (1966–67). Hoewel zijn actieve inlichtingenwerk blijkbaar in 1945 was opgehouden, onderhield hij contacten met Sovjetagenten en kon hij in 1951 de ontsnapping van Burgess en Donald Maclean uit Groot-Brittannië regelen. In 1964, na het overlopen van Kim Philby, werd hij geconfronteerd met de Britse autoriteiten en bekende hij in het geheim zijn Sovjet-connecties. Pas in 1979, zeven jaar nadat hij met pensioen was gegaan, werd zijn verleden openbaar gemaakt. In de verontwaardiging waarmee hij werd onthuld als de lang gezochte 'vierde man' in de spionnenring, werd hij ontdaan van de ridderschap die hem in 1956 was toegekend. In 2009 publiceerde de British Library voor het publiek de memoires van Blunt. Hoewel hij schreef dat een Sovjet-spion "de grootste fout" van zijn leven was, slaagde Blunt er niet in veel informatie te geven over zijn spionagewerk.