Ennin boeddhistische priester
Ennin boeddhistische priester

Boeddhisme les 1 van 2 (Mei 2024)

Boeddhisme les 1 van 2 (Mei 2024)
Anonim

Ennin, oorspronkelijke naam Mibu, ook wel Jikaku Daishi genoemd (geboren in 794, Tsuga District, provincie Shimotsuke, Japan - overleden op 24 februari 864, Japan), boeddhistische priester uit de vroege Heian-periode, oprichter van de Sammon-tak van de Tendai-sekte, die uit China een systeem voor vocale muzieknotatie bracht dat nog steeds in Japan wordt gebruikt.

Quiz

Instrumentatie: feit of fictie?

Een crwth is een soort instrument.

Op 8-jarige leeftijd begon Ennin zijn opleiding in Dai-ji (ji, "tempel"), en hij ging het Tendai-klooster van Enryaku-ji binnen op Mt. Hiei in de buurt van Kyoto toen hij 15 was. Hij werd een leerling van de priester Saichō, stichter van de sekte en de tempel. Er werden pogingen ondernomen om het boeddhisme en het shinto te harmoniseren, en keizer Nimmyo noemde Ennin voor een grote studiemissie naar T'ang China, waar Saichō's inspiratie voor Tendai was ontstaan.

Ennin bracht daar negen jaar door met observeren, studeren, lezen en schrijven, en toen hij in 847 naar huis terugkeerde, bracht hij 559 delen Chinese boeddhistische literatuur en vele religieuze werktuigen mee voor boeddhistische rituelen. Tendai-boeddhisme had een sterke muziektraditie, en naar de tempel in Enryaku-ji bracht Ennin ook de methode van muzieknotatie voor gezangen die in China worden gebruikt, een systeem van gebogen en gevormde lijnen en figuren, neumes genaamd, waarvan het gebruik in Japan wordt voortgezet. Onder zijn omvangrijke geschriften was een gedetailleerd dagboek van zijn Chinese reizen.

Het was ook Ennin die kennis maakte met het Japanse boeddhisme nembutsu, de gewoonte om de naam van Amida Boeddha te zingen, en dit droeg bij tot een nieuwe vroomheid die zich op het platteland van Japan ontwikkelde. Het keizerlijke hof erkende de bijdragen van Ennin door hem in 848 daihosshi ('grote priester') te noemen. Ennins leerstellingen en leringen, waarin vroomheid en de mogelijkheid om in dit leven een Boeddha te worden, werden benadrukt, ontwikkelde zich tot de Sammon-tak van het Tendai-boeddhisme, een van de drie takken van de sekte die blijven bestaan ​​en die de loop van het Japanse boeddhisme de komende eeuwen hebben beïnvloed. Hij werd opperpriester van zijn orde in 854. Na zijn dood in 864 werd hem de titel hōin daichi (de hoogste rang van de priester, in feite 'hogepriester van de hoogste wijsheid') postuum verleend, en twee jaar later kreeg hij de eretitel Jikaku Daishi.