Onzichtbare handeconomie
Onzichtbare handeconomie

The Invisible Hand (Mei 2024)

The Invisible Hand (Mei 2024)
Anonim

Onzichtbare hand, metafoor, geïntroduceerd door de 18e-eeuwse Schotse filosoof en econoom Adam Smith, die de mechanismen kenmerkt waardoor gunstige sociale en economische resultaten kunnen voortvloeien uit de geaccumuleerde acties van eigenbelang van individuen, die geen van allen van plan zijn dergelijke resultaten te bereiken. De notie van de onzichtbare hand is in de economie en andere sociale wetenschappen gebruikt om de arbeidsverdeling, de opkomst van een ruilmiddel, de groei van rijkdom, de patronen (zoals prijsniveaus) in marktconcurrentie en de instellingen en regels van de samenleving. Meer controversieel is het gebruikt om te beweren dat vrije markten, bestaande uit economische actoren die uit eigenbelang handelen, de best mogelijke sociale en economische resultaten opleveren.

Adam Smith: Society en de onzichtbare hand

De theorie van historische evolutie, hoewel het misschien de bindende opvatting is van The Wealth of Nations, is van binnen ondergeschikt

Smith haalt de zin twee keer aan om te illustreren hoe een openbaar voordeel kan voortvloeien uit de interacties van individuen die niet van plan waren zo'n goed tot stand te brengen. In deel IV, hoofdstuk 1, van The Theory of Moral Sentiments (1759), legt hij uit dat, naarmate rijke individuen hun eigen belangen nastreven en anderen in dienst nemen om voor hen te werken, ze 'door een onzichtbare hand worden geleid' om de behoeften te verdelen die alles zou hebben ontvangen als er een gelijke verdeling van de aarde was geweest. In boek IV, hoofdstuk 2, van An Inquiry into the Nature and Oorzaken of the Wealth of Nations (1776), waarin hij argumenteerde tegen invoerbeperkingen en uitlegde hoe individuen de voorkeur geven aan binnenlandse investeringen boven buitenlandse investeringen, gebruikt Smith de uitdrukking om samen te vatten hoe zelfbelangrijke acties zijn zo gecoördineerd dat ze het algemeen belang bevorderen. In die twee gevallen wordt een complexe en nuttige structuur verklaard door een beroep te doen op basisprincipes van de menselijke natuur en economische interactie.

Bij andere gelegenheden gebruikt Smith het idee van de onzichtbare hand zonder de zin zelf te gebruiken. In de eerste alinea van hoofdstuk 2 van Boek I van The Wealth of Nations beschrijft hij bijvoorbeeld hoe de arbeidsverdeling niet het resultaat is van vooruitziende wijsheid, maar van een geleidelijke uitkomst van een natuurlijke neiging tot vrachtvervoer, ruilhandel en ruil het ene voor het andere. ' Later in dezelfde verhandeling schetst hij hoe individuen zo door prijzen worden geleid dat het aanbod van goederen de neiging heeft om aan de vraag te voldoen. Meer in het algemeen legt Smith uit hoe de handelspatronen, inclusief de algemene welvaartscreatie, ontstaan ​​doordat individuen reageren op en proberen te slagen in hun eigen lokale omstandigheden.

Hoewel Smith vaak naar economische subjecten verwijst als eigenbelang, wil hij niet suggereren dat hun drijfveren egoïstisch zijn. De agenten worden eerder gemotiveerd door overtuigingen en intenties die hun lokale kennis en bijzondere zorgen (inclusief die met betrekking tot hun families) tot uiting brengen, in plaats van een bredere opvatting van een algemeen goed.