Selectie biologie
Selectie biologie

Examentips - natuurlijke selectie (Mei 2024)

Examentips - natuurlijke selectie (Mei 2024)
Anonim

Selectie, in de biologie, de preferentiële overleving en reproductie of preferentiële eliminatie van individuen met bepaalde genotypen (genetische composities), door middel van natuurlijke of kunstmatige controlefactoren.

De theorie van evolutie door natuurlijke selectie werd voorgesteld door Charles Darwin en Alfred Russel Wallace in 1858. Ze voerden aan dat soorten met nuttige aanpassingen aan de omgeving eerder zullen overleven en nakomelingen zullen produceren dan diegenen met minder nuttige aanpassingen, waardoor de frequentie met welke nuttige aanpassingen over de generaties heen plaatsvinden. De beperkte middelen die beschikbaar zijn in een omgeving bevorderen de concurrentie waarin organismen van dezelfde of verschillende soorten worstelen om te overleven. In de strijd om voedsel, ruimte en partners die plaatsvindt, moeten de minder goed aangepaste individuen sterven of niet voortplanten, en degenen die beter aangepast zijn, overleven en reproduceren. Bij gebrek aan concurrentie tussen organismen kan natuurlijke selectie het gevolg zijn van puur omgevingsfactoren, zoals slecht weer of seizoensvariaties. (Zie natuurlijke selectie.)

Kunstmatige selectie (of selectief fokken) verschilt van natuurlijke selectie doordat erfelijke variaties in een soort door mensen worden gemanipuleerd door middel van gecontroleerd fokken. De fokker probeert de genotypen die verantwoordelijk zijn voor de gewenste eigenschappen van een plant of dier te isoleren en te vermeerderen in een geschikte omgeving. Deze eigenschappen zijn economisch of esthetisch wenselijk voor mensen, in plaats van nuttig voor het organisme in zijn natuurlijke omgeving.

Bij massaselectie worden een aantal individuen gekozen op basis van uiterlijk; hun nakomelingen worden verder geselecteerd op de kenmerken die de voorkeur hebben, en het proces wordt voortgezet voor zoveel generaties als gewenst. Het kiezen van fokdieren op basis van voorouderlijk voortplantingsvermogen en kwaliteit staat bekend als stamboomselectie. Nakomelingenselectie geeft de keuze van het fokbestand aan op basis van de prestaties of het testen van hun nakomelingen of nakomelingen. Familieselectie verwijst naar de paring van organismen uit dezelfde voorouderlijke stam die niet rechtstreeks met elkaar verwant zijn. Pure-line selectie omvat het selecteren en fokken van nakomelingen van superieure organismen gedurende een aantal generaties totdat een zuivere lijn van organismen met alleen de gewenste kenmerken is vastgesteld.

Darwin stelde ook een theorie van seksuele selectie voor, waarbij vrouwen de meest aantrekkelijke mannen als partner kozen; voortreffelijke mannetjes hielpen dus bij het genereren van meer jonge dan middelmatige mannetjes.