Siberische anticycloon meteorologie
TOUT SAVOIR : ANTICYCLONE ET DÉPRESSION (Mei 2024)
Siberische anticycloon, ook wel Siberische high genoemd, een semipermanent systeem van hoge atmosferische druk in het noordoosten van Siberië tijdens de koudere helft van het jaar. De anticycloon vormt zich door de intense afkoeling van de oppervlaktelagen van lucht over het continent tijdens dit seizoen. Het is meestal vrij ondiep in verticale mate, en blijft zelden bestaan tot een hoogte van 3.000 meter (10.000 voet).
Quiz
De aarde verkennen: feit of fictie?
Het zeeniveau van de aarde is ongeveer 100 meter hoog.
De Siberische anticycloon is een van de belangrijkste bronnen van poolluchtmassa's. Gemiddelde temperaturen in januari op bepaalde locaties binnen dit druksysteem zijn de laagste op het noordelijk halfrond: veel stations hebben gemiddelden lager dan -46 ° C (-51 ° F). Uitbarstingen van poollucht in westelijke richting vanuit dit hogedrukgebied veroorzaken af en toe ernstige koude periodes in delen van het Europese continent en in oostelijke richting over de Noordelijke IJszee naar Alaska en Noord-Canada. Het koudste weer in het zuiden van Canada en de 48 opeenvolgende Amerikaanse staten is het resultaat van een deel van de Siberische anticycloon dat naar het zuiden over Noord-Amerika reist. De anticycloon drijft ook de noordelijke winden van de wintermoesson van India aan (zie Indiase moesson).
In de zomer zorgt de verwarming over de uitgestrekte Aziatische landmassa ervoor dat de anticycloon verdwijnt.
Leon Jaworski, Amerikaanse advocaat die op 5 november 1973 nationale bekendheid kreeg toen hij werd beëdigd als speciale aanklager van Watergate en constitutionele geschiedenis schreef toen hij het Amerikaanse Hooggerechtshof ervan overtuigde dat president Richard M. Nixon een dagvaarding moest gehoorzamen en draai het Witte Huis 64 om
Larousse, Parijse uitgeverij gespecialiseerd in encyclopedieën en woordenboeken, in 1852 opgericht door Augustin Boyer en Pierre Larousse, redacteur van de Grand Dictionnaire universel du XIXe siècle (15 vol., 1866–76; 2 supplementen, 1878 en 1890). De vele naslagwerken die later door