Anton Korošec, (geboren 12 mei 1872, Wisserian, Stiermarken, Oostenrijk-Hongarije [nu in Slovenië] - overleden 14 december 1940, Belgrado), Sloveense politieke leider die na de Eerste Wereldoorlog hielp bij het stichten van de Joegoslavische natie en diende kort als premier in 1928.
Hij was een jezuïetenpriester en een bekende redenaar, en deelde en exploiteerde politiek de Sloveense angst voor Italiaanse expansie; zijn afkeer van Italië woog zwaarder dan zijn afkeer van de Servische overheersing van de Joegoslavische regering. Zowel voor als na zijn premierschap bekleedde hij verschillende functies in het Joegoslavische kabinet, waaronder de ministeries van Spoorwegen, Binnenlandse Zaken en Onderwijs. Vanwege zijn populariteit onder de Slovenen, ontsnapte hij aan de straf voor zijn verzet tegen de dictatuur van koning Alexander I en Petar Živković, premier van 1929 tot 1932. In 1933–34 werd hij echter gevangengezet vanwege zijn aandringen op Sloveense autonomie.
